arrow_rightarrow_righticon_excelicon_pficon_ppticon_wordmagnifier

Vlinders en Aliens

Wanneer er iemand komt te overlijden, moeten er bepaalde zaken geregeld worden. Dat is natuurlijk logisch, maar in een periode waarin je eigenlijk alleen maar wilt huilen zijn beslissingen nemen vaak wel het laatste waar je zin in hebt. Wat is het dan fijn wanneer er mensen om je heen zijn die dat begrijpen. Mensen zoals diegene die werken bij Hospicehuis de Cocon in Sint Anthonis. Hier staan 24 uur per etmaal mensen voor je klaar. Twee professionele coördinatoren en maar liefst 60 gemotiveerde vrijwilligers zijn hier werkzaam. Niets was hier te veel. We mochten elk moment van de dag binnenvallen, we kregen kopjes thee met koekjes, mochten mee-eten en ze luisterden naar onze angsten. Ik heb de afgelopen weken misschien wel iedere vrijwilliger ontmoet en allemaal wisten ze precies hoe ze moesten handelen. Ik weet niet of ze hier een opleiding of avondschool voor hebben moeten volgen. Maar ik denk het niet. Niet omdat ze niet capabel zijn, maar omdat je onbaatzuchtigheid niet uit schoolboeken kunt leren.

Ik denk dat deze mensen die hier vrijwillig werken zo geboren zijn. Dat hun hart misschien net iets groter is dan de doorsnee mens. Het zijn, denk ik, de kinderen die de grote jongens met hun schepnetjes verjagen wanneer ze tere vlinders willen vangen. Volwassenen die respect hebben voor het leven, maar ook voor de dood. Op een avond kwam er een vrijwilligster binnen die zei: “Bijzonder hoe ze eigenlijk vecht om los te laten, vecht om te sterven. Je kunt het bijna vergelijken met een geboorte, waar je ook vecht om los te laten, vecht om geboren te worden.” Ik knikte en dacht meteen na over het feit of je ziel dan op dezelfde plek is, bij het begin en het eind. Is er een hemel, is er meer? Een plek ergens waar ze weer samen zijn, mijn vader en zijn vrouw. Ik hoop het want dat idee maakt het dragelijker. Het biedt ons een vorm van troost. “Oma wilde gewoon graag naar opa toe”, zei mijn jongste dochter. We knikten allemaal met een brok in onze keel en natte ogen. ”Want nu kunnen ze samen lekker in hun ufo op aliens schieten!” We knikten allemaal instemmend; “Zoiets ja!”

Eefke Peeters

12vlinder